dinsdag 15 januari 2008

Hitsige kat

Wij mensen hebben geen officiele paringstijd. Sterker nog, wanneer we er eenmaal aan zijn begonnen, houden we meestal niet meer op. Het hele jaar door, in een zweterig tentje of in een koude schuur, kan er gepaard worden. Bij dieren is dat meestal anders. De jongen dienen in de lente of in de zomer geboren te worden, vermoedelijk omdat de jongen beter groeien wanneer het warm is. Het gevolg hiervan is wel dat de meeste dieren, afhankelijk van de draagtijd, op zoek gaan naar een partner rond het einde van de winter.

Mijn kat, geboren afgelopen mei, heeft nu de tijd bereikt dat hij 'vruchtbaar' is. Of nouja, vruchtbaar, zegmaar puberaal. Hij heeft nog hardere schijt aan onze regels dan voorheen, hij eet alsof zijn leven ervan afhangt en verkent zijn territorium steeds enthousiaster. Blijkbaar dwingen zijn hormonen hem er op dit moment toe om op zoek te gaan naar een mooie poes, die hij kan verleiden om vervolgens met zijn nog altijd kleine gestalte te bespringen. Gevolg: kat Jack rent naar buiten, ziet dat er niemand buiten is, rent weer naar binnen. Zodra hij ook maar het minste of geringste geluid hoort staat Jack alweer te miauwen bij de deur, en te horen aan het volume van zijn gemauw is het bijna een bevel. Waarna wij zuchtend maar weer de deur open maken, en hij weer op jacht kan, de krolse kat uithangen.

Dit alles is zo'n drie weken geleden begonnen. Sindsdien is het van kwaad naar erger geworden, en zo gebeurde het dat kat Jack gisterenavond niet meer wist waar hij het zoeken moest van geilheid.

Na zijn vaste ritueel (om negen uur 's avonds samen met het jongste broertje mee naar boven - paar uur slapen - rond elf uur weer naar beneden - eten - zeuren om nog meer eten) merkte hij op dat er een mooi exemplaar van het vrouwlijke geslacht buiten in zijn territorium rondliep. We hoorden haar geluiden maken, en Jack hoorde dit duidelijk ook. Hij begon te ijsberen over de leuningen van de bank voor het raam. Zo nu en dan legde hij zijn poten tegen het glas aan, om te kijken of hij er echt niet doorheen kon. Hoopvol naar ons kijkend mauwde hij zachtjes, terwijl hij probeerde de poes niet uit het oog te verliezen. Na een tijdje was hij het zat dat wij rustig op de bank bleven zitten en de deur maar niet open maakten, dus hij besloot voor de harde aanpak te gaan. Met rinkelend belletje huppelt hij naar mij toe, begint te spinnen en me kopjes te geven. Na een tijdje bijt hij zachtjes in mijn hand en probeert hij me over te halen mee te lopen naar de deur. Uiteraard reageer ik hier niet op, het is al elf uur geweest, hij moet zo naar bed! Nu wordt hij echter echt boos. Harder en harder mauwt hij, tegen het raam op springend. Eindelijk druipt de poes af. Ze houdt op met haar krolse geluiden, en gaat op zoek naar een andere vruchtbare mannetjespoes. Teleurgesteld gaat kat Jack met zijn buik tegen een muur aan liggen. Hij zucht nog eens diep, en het lijkt erop alsof hij weet dat dit een van zijn laatste kansen is geweest. Ik heb altijd al het idee gehad dat katten je gewoon kunnen verstaan als je aan de telefoon met de assistente van de dierenarts spreekt: "Ja, goedenmiddag, met Marit van Leeuwen. Ik wou graag een afspraak maken om mijn kat Jack te laten castreren. Ja het is echt nodig. Acht maanden oud. Walmolen. Ja klopt. Woensdag? Perfect. Ja prima. Oke, is geregeld. Tot dan!"

Vandaag is het dinsdag, vanavond zal Jack zijn laatste maal als vruchtbare kater krijgen. Het voelt toch raar: uit ervaring weet ik dat katten na zo'n ingreep, die toch relatief klein is (sneetje - ballen eruit - sneetje dicht), vaak veranderen. Het lijkt wel alsof je een stukje vuur dooft. Wie weet zullen ze nog wel seks hebben, hoewel ik niet weet of dat uberhaupt kan zonder hun testikels. Ach ja. Het zij zo. Sorry, Jack.

Geen opmerkingen: